donderdag 17 maart 2011

Veer

Er ligt een veerboot aan jouw overkant,
ik kan niet meer dan zwaaien. Bang voor piranha's.
Geen oude koe en geen kudde bij de hand.

Ik spreek binnensmonds, waar mijn smaakpapillen wonen,
proef jouw naam bij het binnenlaten van wat lucht.

Niet bij mij, maar bij jou ligt de bal die drijft,
en vol kan raken met een zucht. Toch,
dat moet de jouwe zijn. Jij bent aan zet.

(Hier nog wat wanhopige woorden.)

Je ontdoet de touwen van hun knopen,
de boot vaart af, komt halverwege,
ik neem een aanloop, kan niet meer dan hopen
dat ik het midden van de vaart droog red.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten