zondag 27 maart 2011

* (1)

We waren op een plek waar mensen doorgaans,
als ze niet samen gingen, afscheid namen.
Het was jouw beurt om te vertrekken.

Jij liep weg, en ik bleef staan.
Ik bleef wat in de regen doen alsof ik zonnebaadde.
Jij draaide je of keek niet om.

Wat sta ik hier, dacht ik, en stom,
verbaasd ook opende mijn mond.
Ik sta hier nu, en kan niet meer dan
denken aan het ogenblik dat ik hier stond.

Je zei dag zonder te zwaaien,
en ik maar trots zijn op hoe wij
leefden zonder adem te halen.
Zoals we vrijden zonder het te doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten