zondag 12 juni 2011

Te

Hij op de motor, zij achterop.
Ze oefenen vakantie. Niets moet.
Ze rijden naar een stadje verderop.
En stallen alles wat mee kon

uit op een kleedje en verkopen het.
Hij verkoopt spullen, zij vooral geschiedenis.
De pop van toen ze was gevallen,
kerstballen van toen mama nog leefde

en de pet van opa, die nog wel leeft,
maar voor haar niet meer bestaat.
De wereld schuifelt aan hen voorbij.
Het wordt donker en ze kijken naar elkaar.

Hoe laat is het? vraagt hij.

Te, zegt zij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten