dinsdag 7 juni 2011

*

Voor C.

Eens zag ik je zwaaien. Niet echt.
Maar in de ramen en het waren
niet jouw armen en het was niet
jouw gezicht het was zelfs niet

ik die het zag. Maar mag ik alsjeblieft?
Ik werd zo verliefd dat de dingen waar ik
langsliep aanvoelden als streelhand,
geen hond blafte nog geen baby huilde meer

en alles was pianomuziek en mijn stoel viool.
Ik zat erin en legde mijn armen om haar hals.
Kuste elke poot, legde tien vingers op
de wereld en bespeelde haar. Eens

zag ik je zwaaien, daar, je stem werd
een weerspiegeling. Elk ding dat je noemde
bij naam werd iets anders, tot de hele wereld
op zijn kop en jij niet meer jij

en ik niet meer ik. Tot alles weer hetzelfde was.
En waar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten