zondag 26 juni 2011

Bij een foto van Sylvie Marie De Coninck


Wil je me zeggen, later, als ik écht groot ben en oud
en alles vergeten, hoe ik altijd neer ging liggen in het gras,
en zul je de heggen die achter me waren beschrijven als
muren die door mij de rug toegekeerd stonden te zwijgen
en het nakijken hadden, omdat ik altijd doorging,
alles achter me liet wat achter me was?

En zul je me vertellen hoe bomen er eenzaam bijstonden
aan het einde van zo'n muur, hoe alles in mijn bijzijn kromp
en futiel werd, hoe we altijd weer de plekken vinden konden
waar we dansten en zoon en dochter speelden, waar we
liedjes zongen over de zee en waar we uren konden wachten
op niks, en maar volhielden dat we ons niet verveelden?

En wil je dan uiteindelijk, om me gerust te stellen, nog één keer
met mij de dagen tellen waarop het lichter werd vanwege mij,
omdat, zoals je altijd zei, god als hij me zag speels met zon en wolken
experimenteerde, en zullen we dan een laatste keer op onze buik
gaan liggen en over onze armen turen, urenlang naar vroeger kijken
en mag ik dan gelukkig zijn, een laatste keer de diepte in je ogen zien,

nog één keer zuchten, glimlachen, en dan

langzaam afkoelen, als een kruik?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten