vrijdag 23 juli 2010

Station Haarlem

Ze leest Greene en doet dat met een paar
leren laarzen. Haar haren bindt ze lezend samen.
Het boek op haar schoot. Benen naast elkaar.
Ze kijkt op en ziet wat donderwolken overdrijven. Ze denkt:

er zal van mij niks over blijven. En ze waant zich
in haar diepste droom al een piepklein beetje dood.
Ze wil erover schrijven. Pakt haar tas en ziet uit haar
trance gehaald de jongen naast zich. Hij zit het al te doen.

Zijn potlood krast. Ze verzint dat hij schrijft:
En ze loopt wel duizend jaren op een wenteltrap
die als ze bijna boven is onder haar leren laarzen
verdwijnt. Dan valt ze duizend jaren terug.

En ze schrijft het op en als ze hem dankbaar
wil aankijken is hij opgestaan.

En ziet ze slechts zijn rug.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten