zaterdag 1 mei 2010

Slang

We reden uit de stad in een lange kleurrijke collonne.
Wij reden voorop. Voor ons lagen de velden als een
welkomstcomité op ons te wachten. Hun glooiing was
het ingetogen zwaaien van een groepje mensen die niet
weten wat hen te wachten staat. Hun kleurverschil tekende
afwachtende gezichten uit. Ik zei als we konden vliegen
zouden het prachtige portretten zijn.

Jij zei we lijken een geverfde slang. En je keek naar
achteren naar heel het lichaam. Totaan de staart.
Wat eten zulke grote slangen eigenlijk? Een heel korenveld?
Een vrachtwagen vol varkens? En drinken ze in één keer
het meer leeg?

Jij vroeg je dat soort dingen af.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten