zaterdag 7 januari 2012

Wat ze kende / wat ze kent

Wat ze kende: moestuinen vol sappig fruit,
kippenhokken met elke morgen op z'n minst
haar ei. Vele gezichten, immer opgewekt.

Ze kende mannen die haar wilden schaken,
bedgeheimen voor de kerk en voor haar vader en ze kende
alle lanen rond het dorp als de zakken van haar rok.
Ze fietste er één af toen de eerste bommen kwamen.

Later kende ze geen goede Duitser en één Canadees
die haar na de bevrijding van haar pasgeboren zoon kwam zien.
Sindsdien verwart ze bij het bidden het goede met het kwade,
leiden haar dromen haar bekoring in.

Wat ze nu nog kent, zijn haar kinderen die om de dag elkaars
namen dragen. Als ze opstaat, valt ze in haar stoel terug. Men hoopt
bij elk nieuw achterkleinkind dat zij het nog zal meemaken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten