maandag 13 februari 2012

Sonnet

Het was een mooie lentedag, weet je nog wel: broeierig,
met het gezoem van dieren tussen de bomen, langs het pad;
met het prille geluk van amper vier maanden verliefd,
streken wij de toekomst glad: ze zou vanzelf wel komen.

Je was bedeesd, herinner je je dat? Je liet mij praten en ik
maar doen alsof ik alles wist. De zon maakte schaduwen tussen
de struiken, daarin zaten rovers verstopt die jou beroofden
van je verlegenheid, jij kneep met je ogen en nam mij

bij de hand. We raakten van het pad, steeds verder in het
hoge gras, uit het zicht van de wandelaars. Het werd er bijna
stil. Mijn stem verraadde mijn verbazing. Je had geen
bezwaren, je had ze uitgedaan, net als onze kleren, en je legde
jezelf tussen het riet en regisseerde onze eerste keer. Zoveel
keren later vraag ik nog eens of je bang was toen. Je was het niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten