donderdag 26 augustus 2010

Donder

Wat hevige regenval met golfplaten doet,
ze nat en er zo een zee van maken, doe ik met jou.
Je rilt van genoegen, denk ik. Later zeg je van de kou.
Alles kan, zeg ik. Maar jij vindt dat alles moet.

Zo hebben we wel meer geschillen.
Ik kan jou wel opeten, jij mij wel villen.
De dingen gebeuren ook zonder woorden,
zeg ik. Muziek zonder akkoorden.

Mannen zonder vrouwen. Je lacht.
En zegt dat ik zonder jou niet zou bestaan.
Je zou langzaam vergaan, zeg je zacht.

En misschien heb je wel gelijk. Zou ik zonder
jou niet gebeuren. Ik zeg: de flitsen voor de donder
witten alle kleuren, we zijn arm. En jij zegt rijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten