donderdag 15 september 2011

Kermis

Zij was met hem op de kermis en hij vooral met zichzelf.
Hij rookte lange sigaretten die zijn idee bij het verstrijken
van zijn uren minutieus weergaven: zowel het rookwaar
als de tijd moesten aan.

Dan diende men er zo hard als mogelijk aan te zuigen
om zichzelf er langzaam mee naar de verdoemenis te helpen.

Niets weerhield er ook maar iets van op te houden.
Niet de felle lichten, niet de wind, niet het braaksel
op de grond en niet de geluiden.

Toen zij begon te huilen, sloeg hij geen arm om haar schouder,
haalde hij geen hand, geen vinger door haar haar,
en gaf hij haar geen kus.

Zij keek hem hoopvol aan. Ze rilde. Wilde dat het hielp.
Hij gaapte slechts: jij bent verliefd, en ik, ik ben verveeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten